Aanbestedende diensten zullen in de toekomst steeds sterker gaan sturen op duurzaamheid in aanbestedingen. Indien de aanbesteder vraagt of u beschikt over (duurzaamheids)certificaten, dan kan de vraag rijzen op welk moment u beschikt over deze certificaten:
1. op het moment dat u een offerte indient bij de aanbesteder; of
2. op het moment dat u de opdracht daadwerkelijk gaat uitvoeren.
Het antwoord op deze vraag is – zoals zo vaak in het recht – afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het is namelijk van belang wat de aanbesteder daarover zelf heeft bepaald in zijn aanbestedingsdocumenten. Een vonnis van de rechtbank Gelderland geeft goed weer hoe u kunt vaststellen op welk moment u aan een dergelijke eis moet voldoen.[1]
Partijen waren het oneens of de gestelde certificeringseis moest worden uitgelegd als een geschiktheidseis (aan eis moet worden voldaan op moment van indienen offerte) of een uitvoeringseis (aan eis moet worden voldaan op moment van uitvoeren opdracht). De rechter oordeelt dat in dit geval sprake is van een geschiktheidseis, omdat In hoofdstuk 3 van de aanbestedingsleidraad, waarin de ‘overige voorwaarden’ (van de aanbesteding) staan benoemd, steeds wordt gesproken over ‘de inschrijver’ (en niet de contractant) die ‘in het bezit moet zijn’ van certificaten. Het gaat er dus om dat uit de tekst van de leidraad kan worden afgeleid op welk moment de voorwaarden gelden. Verder achtte de voorzieningenrechter van belang dat de aanbesteder op het moment van beoordeling reeds om verstrekking van het FSC-certificaat had verzocht.
Opmerkelijk is dat de aanbesteder de certificeringseis zelf eerst ook als uitvoeringseis had uitgelegd. De aanbesteder had de partij die tijdens het indienen van de inschrijving nog niet beschikte over het FSC-certificaat aanvankelijk ook als winnaar aangemerkt. Pas na bezwaar van een derde partij, heeft de aanbesteder haar voorlopige gunningsbeslissing ingetrokken en de partij uitgesloten. Volgens de rechter kon de provincie dit doen, omdat de aanbestedingsleidraad heel duidelijk was op welk moment de eis gold en de aanbesteder op grond van de leidraad, waarin dus de spelregels staan bepaald, de partij die nog niet over het FSC-certificaat beschikte moest uitsluiten. Er was dus geen ruimte voor beoordelingsvrijheid en de aanbesteder heeft haar eerder gemaakte fout, door de partij alsnog uit te sluiten, hersteld.
Tot slot
Heeft u vragen over duurzaamheid, aanbestedingen of een combinatie van deze onderwerpen? Neemt u dan contact op met mr. C.F. van der Vlis of mr. A.A. Jurgens-Boot.
+31 (0)20 50 41 570
[1] Rb Gelderland 25 maart 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:2406
Comments